Tim Krabbé, Het Gouden Ei
Onbekend, Oktober 2010,
drieëndertigste druk (1984)
93 bladzijden
Romantiek
Rex en zijn vriendin Saskia zijn op weg naar Frankrijk om
daar hun vakantie door te brengen. Onderweg stoppen ze bij een Total
tankstation. Saskia gaat daar een paar blikjes kopen voor onderweg. Ze loopt
naar het tankstation en is vervolgens spoorloos verdwenen. Raymond Lemorne,
lijkt een keurige man, maar zijn gedachten zijn vreemd en gevaarlijk. Hij
experimenteert als scheikundeleraar niet alleen graag met chemicaliën, maar ook
met zijn leven en dat van anderen. Hij vraagt zich af of hij in staat zou zijn
om een misdaad te kunnen plegen. Hij bouwt z’n vakantiehuis om en gaat daar
zijn proeven voorbereiden. Steeds weer probeert hij vrouwen in zijn auto mee te
lokken om ze vervolgens te verdoven en te doden. Elke keer mislukt zijn poging
totdat hij Saskia bij het Total tankstation tegenkomt. Acht jaar later trouwt
Rex met Lieneke, een vrouw die hij heeft leren kennen vlak na de verdwijning
van Saskia. Maar Lieneke merkt dat Rex nog steeds graag wil weten wat er met
Saskia gebeurd is. Rex heeft steeds nachtmerries over een gouden ei. Vroeger
had Saskia ook dromen over een gouden ei, waarin ze opgesloten was en door het
heelal zwierf. Ze kon niet dood gaan en ontsnappen was alleen mogelijk door
tegen het enige andere rondzwevende ei aan te botsen. Rex gaat door met
advertenties zetten in de krant met daarin de vraag wie informatie heeft over
de verdwijning van Saskia. Na enige tijd staat dan toch Raymond Lemorne voor
zijn deur. Hij stelt aan Rex voor dat hij aan Rex zal vertellen wat er met
Saskia is gebeurd als Rex daarna hetzelfde lot zal ondergaan of hij loopt weg
en Rex zal nooit te weten komen wat er met Saskia is gebeurd. Rex kiest voor
het eerste voorstel. Raymond vertelt het hele verhaal aan Rex. Daarna drinkt
Rex koffie met zwaar verdovende middelen en wordt vervolgens wakker in een
kist. Hieruit maakt hij op dat hij levend begraven is. Hetzelfde lot als wat
Saskia heeft moeten doorstaan.
Tim Krabbé: geen schilder
maar schrijver!
Tim Krabbé is een ingewijde schrijver met veel succes in de
Nederlandse literatuur. De in 1943 geboren Amsterdammer begon zijn carrière
echter niet als schrijver. Al wist hij van jongs af aan al zeker dat hij iets
in dit vak wilde doen, begon hij zijn carrière als journalist voor onder andere
Vrij Nederland.
Familie
Als je naar de stamboom kijkt, zou je zeggen dat de creativiteit in de familie. Vader Maarten Krabbé en grootvader Hendrik Maarten Krabbé waren zeer bekende schilders, Tim’s broer Jeroen Krabbé is een gekende acteur en regisseur en zijn moeder Margreet Reiss was filmvertaalster en schreef regelmatig kinderboeken. Zelfs zijn halfbroer Mirko is bekend in de kunstwereld als multimediakunstenaar en ontwerper. Het was dus erg logisch dat kleine Tim in de voetstappen van zijn ouders zou stappen, en zijn creativiteit zou gebruiken voor goede doeleinden zoals schrijven.
Als je naar de stamboom kijkt, zou je zeggen dat de creativiteit in de familie. Vader Maarten Krabbé en grootvader Hendrik Maarten Krabbé waren zeer bekende schilders, Tim’s broer Jeroen Krabbé is een gekende acteur en regisseur en zijn moeder Margreet Reiss was filmvertaalster en schreef regelmatig kinderboeken. Zelfs zijn halfbroer Mirko is bekend in de kunstwereld als multimediakunstenaar en ontwerper. Het was dus erg logisch dat kleine Tim in de voetstappen van zijn ouders zou stappen, en zijn creativiteit zou gebruiken voor goede doeleinden zoals schrijven.
Carrière voor schrijver en zijn debuut
Nadat hij zijn diploma HSB-B had gehaald aan het Spinoza Lyceum in Amsterdam, besloot Krabbé psychologie te gaan studeren aan de universiteit van Amsterdam. In die tijd begon hij vooral veel te schaken, schrijven en te acteren. Met dat laatste heeft hij voor een tijd nog zijn brood mee verdiend, door mee te spelen aan het satirische televisieprogramma Hadimassa van 1970 tot 1972. Hij was in het laatste seizoen in plaats van alleen een personage, ook de presentator van het programma.
Nadat hij zijn diploma HSB-B had gehaald aan het Spinoza Lyceum in Amsterdam, besloot Krabbé psychologie te gaan studeren aan de universiteit van Amsterdam. In die tijd begon hij vooral veel te schaken, schrijven en te acteren. Met dat laatste heeft hij voor een tijd nog zijn brood mee verdiend, door mee te spelen aan het satirische televisieprogramma Hadimassa van 1970 tot 1972. Hij was in het laatste seizoen in plaats van alleen een personage, ook de presentator van het programma.
Boeken
Tegelijk met zijn carrière in de journalistiek kwam ook zijn debuut als schrijver. Dit was met het boek De werkelijke moord op Kitty Duisenberg. Dit boek kwam in het psychologisch genre, waar hij in zijn verdere carrière niet veel meer aan gewerkt heeft. De roman was echter niet een enorm groot succes aangezien nooit werd herdrukt.
Drie jaar later kwam de schrijver met een nieuw boek genaamd Flanagan of het einde van een beest. Ook dit was een roman en werd goed ontvangen in de reviews. Daarom besloot Adriaan Ditvoorst dan ook om een verfilming van het boek te maken. In 1975 ging de film in première. Helaas was dit volgens de meeste kranten ‘een grote flop’.
Krabbé vervolgde zijn boekenserie met een aantal verhalen, novelles, schaakboeken, proza- en poëzieboeken in de jaren ’70. In 1983 kwam er weer een verfilming van zijn boek De paardentekenaar. Dit was een korte film werd niet in de bioscopen tentoongesteld.
Tegelijk met zijn carrière in de journalistiek kwam ook zijn debuut als schrijver. Dit was met het boek De werkelijke moord op Kitty Duisenberg. Dit boek kwam in het psychologisch genre, waar hij in zijn verdere carrière niet veel meer aan gewerkt heeft. De roman was echter niet een enorm groot succes aangezien nooit werd herdrukt.
Drie jaar later kwam de schrijver met een nieuw boek genaamd Flanagan of het einde van een beest. Ook dit was een roman en werd goed ontvangen in de reviews. Daarom besloot Adriaan Ditvoorst dan ook om een verfilming van het boek te maken. In 1975 ging de film in première. Helaas was dit volgens de meeste kranten ‘een grote flop’.
Krabbé vervolgde zijn boekenserie met een aantal verhalen, novelles, schaakboeken, proza- en poëzieboeken in de jaren ’70. In 1983 kwam er weer een verfilming van zijn boek De paardentekenaar. Dit was een korte film werd niet in de bioscopen tentoongesteld.
In ’84 kwam zijn bekendste boek Het Gouden Ei op de markt en werd een
groot succes. Het boek werd vele keren herdrukt, vertaalt in 11 talen en vloog
over de toonbanken. Vier jaar later was de verfilming door George Sluizer in
première en won een Gouden kalf. De film kwam later ook in Frankrijk uit, en
werd speciaal voor Amerika opnieuw gefilmd door Sluizer. Hiervoor werden ze ook
nog genomineerd voor de beste horrorfilm en voor de beste acteur (Jeff Bridges)
met de Saturn award.
Tijdens zijn grote succes van Het
Gouden Ei bracht Meneer Krabbé zijn laatste schaakboek uit in 1985 genaamd Chess
Curiosities. Erg speciaal aan dit boek was, is dat dit zijn enige boek is
dat hij in de Engelse taal geschreven heeft.
De laatste verfilming over een van zijn boeken was het de
film ‘De Grot’ van Martin Koolhoven in 2001. Dit kwam van het boek De grot dat Krabbé in 1997 had
uitgebracht. De kritieken hierover waren erg wisselend. Men vond de
acteerprestaties en cinematografie erg goed, maar had veel kritiek op het
ingewikkelde scenario met de vele flashbacks. ‘De Grot’ werd geselecteerd voor het Montreal World Film
Festival waar de film zijn wereldpremière beleefde.
Inspiratie
Tim Krabbé zegt dat hij veel van zijn inspiratie van Willem Frederik Hermans krijgt. In vele boeken vinden we de semi-journalistieke stijl terug die we ook bij nieuw-realisten zien. Ook kan een deel van zijn werk als neoromantisch (/laat romanticisme) gezien worden.
Ook zie je in een aantal boeken het onderwerp wielrennen steeds terugkomen. Dit is een sport die Krabbé erg interessant vindt en het geeft hem dus veel inspiratie voor een nieuw boek.
Tim Krabbé zegt dat hij veel van zijn inspiratie van Willem Frederik Hermans krijgt. In vele boeken vinden we de semi-journalistieke stijl terug die we ook bij nieuw-realisten zien. Ook kan een deel van zijn werk als neoromantisch (/laat romanticisme) gezien worden.
Ook zie je in een aantal boeken het onderwerp wielrennen steeds terugkomen. Dit is een sport die Krabbé erg interessant vindt en het geeft hem dus veel inspiratie voor een nieuw boek.
Zijn Romans zijn in 16 talen vertaald, vier boeken zijn verfilmd
en hij heeft zo’n zeven prijzen voor zijn schrijfwerk. Zijn boeken zijn in te
delen in meer dan 10 verschillende genres en daarnaast heeft hij ook nog proza,
poëzie en schaakboeken. Tim Krabbé heeft hij familie meer dan trots gedaan met
zijn bijdrage.
Bronnen: