donderdag 6 februari 2014

Leeslijst

Komt een vrouw bij de dokter -  Raymond van de Klundert (klas 4)
Podium b.v. Uitgeverij Amsterdam
veertigste druk oktober 2007, eerste druk oktober 2003
318 bladzijden
Psychologische Roman

Sonny Boy - Annejet van der Zuil (klas 4)
 Nijgh & van Ditmar, Amsterdam 2007
Eerste druk November 2004, negentiende druk Juni 2007
266 bladzijden
Non-fictionele Roman

Oscar - Jan Siebelink (klas 4)
Amsterdam, 2012, 1e druk (2012)
130 bladzijden
Roman

Het Gouden Ei - Tim Krabbé (klas 5)
Onbekend, Oktober 2010, drieëndertigste druk (1984)
93 bladzijden
Romantiek

Specht en zoon - Willem Jan Otten (klas 5)
Naarden, Februari 2004, eerste druk
142 bladzijden
Roman

De Klucht van de Molenaar - (klas 5)

Reize Door Apeland - (klas 5)

Max Havelaar - Multatuli (klas 5)

Mariken van Nieumeghen (klas 5)

Het leven uit een dag - A.F.Th. van der Heijden (klas 5)
Uitgeverij Querido Amsterdam
Eerste druk 1988
223 bladzijden
Ideeënroman

De Aanslag - Harry Mulisch (klas 5) (1980 - nu)
Uitgeverij De bezige bij, Amsterdam (1982)
vierenvijftigste druk, oktober 2010
224 bladzijden
Oorlogsroman

De donkere kamer van Damokles - Willem Frederik Hermans (klas 6) (1950-1980)
Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek Amsterdam, 1958,
zevenenveertigste druk, november 2012
319 bladzijden
Psychologische roman

Een nagelaten bekentenis - Marcellus Emants (klas 6) (1880-1940)
Uitgeverij G. A. van Oorschot, Amsterdam
Eerste druk 1884
251 bladzijden
Naturalistische roman

Leesverslag Een nagelaten bekentenis (Marcellus Emants) (1880-1940)


Een nagelaten bekentenis
Uitgeverij G. A. van Oorschot, Amsterdam
Eerste druk 1884
251 bladzijden
Naturalistische roman

Samenvatting:
Willem Termeer heeft zijn vrouw vermoord en vertelt nu zijn levensgeschiedenis om deze daad te verklaren. Zijn vader was vroeger een losbol met geld. Hij trouwde laat, maar niet uit liefde. Al vroeg blijkt dat Willem geen eerzucht heeft, geen lust zich te onderscheiden; hij liegt, is laf en inactief. Op de lagere school heft hij een liefdesavontuurtje: Mientje, de dochter van het hoofd. Hij heeft een goede intelligentie, maar is nergens in geinteresseerd. Alleen muziek betekent nog iets voor hem. Hij zakt voor het eindexamen van de hogere burgerschool. Er ontstaan een conflict met zijn vader, die zich anders nooit met hem bemoeit. Ook van zijn moeder krijgt hij geen liefde.Zijn vader wordt krankzinnig en sterft; zijn moeder verliest hij ook. Hij krijgt het vermogen van zijn vader onder toezicht van meneer Bloemendaal. Hij heeft nu geen ouders meer en hoeft gen verplichtingen meer na te komen. Hij besluit de wereld rond te reizen en komt uiteindelijk in Zwitserland uit. Daar ontmoet hij een Zweedse pianiste die hij als ene geschikte vrouw schat, maar wordt wederom door zijn lafheid en ‘onbelangrijkheid’ afgewezen. Uiteindelijk gaat hij terug naar Nederland en herinnert zich daar ineens weer de Bloemendaals. De oude heer Bloemendaal ziet wel iets in een huwelijk en Termeer is op zoek naar rust wat hij daarin hoopt te vinden. Hij trouwt met Anna, de dochter van Bloemendaal, maar hun verhouding is koel, van liefde is geen sprake. Anna is gesloten en vindt, evenals haar man, geen bevrediging in het huwelijk. Ze krijgen een dochter die na anderhalf jaar sterft. Steeds meer vervreemden ze van elkaar. Anna maakt kennis met een buurman, een weduwnaar. Deze man, De Kantere genaamd, is predikant geweest. Er ontstaan een platonische verhouding tussen hem en Anna. De kantere probeert met Willem Termeer te praten maar zonder succes. Willem wordt jaloers. Willem ontmoet dan Carolien en vindt bij haar alles wat hij zoekt in een vrouw. Hij wou alleen dat het echte liefde was en niet voor geld. Op een dag kan Willem Carolien niet zien, omdat er iemand anders bij haar is. Hij vraagt haar om nooit meer iemand anders te ontvangen. Carolien belooft het, maar de volgende dag is er weer iemand anders. Als Willem thuis komt ligt Anna al in bed. Er staan twee flessen chloraal (slaapmiddel) naast haar bed die ze gebruikt als slaapdrank. Hij laat de slapende Anna de flessen chloraal leegdrinken en vermoordt haar op deze manier. Justitie stelt geen onderzoek in en geen mens verdenkt Willem. De buitenwereld gelooft dat het zelfmoord is en daarmee kwam een einde aan Anna’s bestaan. 

Ik heb altijd al belangstelling getoond naar de verhalen die vol emotie zitten. Dit is zo'n boek. Het verhaal is heel persoonlijk en verteld de aanloop naar de val in iemands leven. Doordat het zo persoonlijk is grijpt het je ook sneller bij het hart en daardoor kon ik het bijna niet wegleggen tijdens het lezen. Ik heb geluk gehad dit boek te vinden, aangezien ik niet erg veel van de literaire boeken uit de Nederlandse tijd houd. Ook is het heel grappig om te lezen hoe de hoofdpersoon het verhaal alsnog spannend maakt, terwijl je al sinds het begin weet hoe het verhaal (ongeveer) afloopt. Wel heel raar is dat het boek niet is ingedeeld in hoofdstukken, wat het een beetje langdradig laat lijken. Dit is echter niet zo omdat het boek snel verfrissend is wanneer dat nodig is, door bijvoorbeeld een nieuwe scène te laten beginnen of een nieuw personage te introduceren. Het las dus erg fijn en ik raad het zeker aan bij anderen! 

Leesverslag De Wetten (Connie Palmen)

De wetten - Connie Palmen (klas 6)
Uitgeverij Prometheus Amsterdam 1991
Amsterdam juli 1996 (vijfentwintigste druk), eerste druk januari 1991
237 bladzijden
Psychologische roman


Samenvatting: (http://www.scholieren.com/boekverslag/42014)
De astroloog. De ik-figuur ontmoet de astroloog in 1980, als ze 25 is en in een antiquariaat werkt. De man fascineert haar, doordat hij meteen haar sterrenbeeld raadt en vervolgens op basis van een horoscoop haar persoonlijkheid ontleedt. Hij noemt haar 'monsieur Lune'.
De astroloog blijkt een eenzame, op het eerste gezicht afstotende man, getekend door een liefdeloze jeugd. De astrologie is voor hem een manier om zijn leven (en dat van anderen) zin te geven door middel van kosmische verbanden. Hij kan 'de onverschilligheid van het lot' niet verdragen en zoekt daarom steun door zichzelf op te noemen in 'een groot verhaal'.

De epilepticus. Tijdens een college over Thomas Mann (in 1981) ontmoet ze de epilepticus Daniël Daalmeyer. Door zich te concentreren op zijn bijzondere ziekte heeft hij zijn tot dan toe versplinterde leven structuur weten te geven. Het filosoferen over de 'betekenis' van verschillende ziektes is voor hem een levensvervulling geworden. Hij noemt haar 'Theresa'. 

De filosoof. Vanaf 1982 volgt de ik-figuur de filosofiecolleges van professor De Waeterlinck, een man die haar aanvankelijk imponeert doordat hij 'het gezicht' heeft. Een man uit de groep oudere adepten van de professor wordt wanhopig verliefd op haar. De Waeterlinck zegt haar dat ze 'een soort synthese tussen hartstocht en afstandelijkheid' bezit die waarschijnlijk de voorwaarde vormt voor ware creativiteit. Zelf bezit hij dit vermogen niet. Er staan ook enkele herinneringen aan haar verhouding met Maurits, docent maatschappijleer op school, in dit hoofdstuk. 

De priester. De Waeterlinck verwijst haar naar een meer eigentijdse collega, Clemens Brandt. Deze is getroffen door haar aandacht, al gaat zijn belangstelling minder naar Foucault uit dan naar Derrida (net als deze filosoof meent hij dat een wereld buiten de tekst ondenkbaar is geworden). Hij noemt haar 'Em'. Tijdens de tweede ontmoeting vertelt deze lelijke, gebochelde man dat hij zich van tijd tot tijd door de hoeren laat afranselen. Later kleedt 'Em' hem liefdevol uit. De volgende ochtend voelt ze alleen walging.
De fysicus. De door (zelfmoord?) van de astroloog brengt haar in januari 1984 in contact met diens vriend de astronoom ('fysicus'). Ze bewondert zijn kalmte. Hij legt haar uit dat de moderne natuurkunde geen vaste wetten meer kent. Tot op de dag van de begrafenis van hun gezamenlijke vriend woont hij bij haar. Daarna gaat hij terug naar Frankrijk; dit betekent het einde van de verhouding. 

De kunstenaar. De ik-figuur, die Marie Deniet blijkt te heten, maakt vlak na haar docteraalexamen (1985) kennis met de door haar bewonderde kunstenaar Lucas Asbeek - die geen kunstenaar meer wil zijn. Want hij wil niet meer dat anderen betekenis geven aan zijn werk. Marie probeert hem duidelijk te maken dat mensen betekenisdieren zijn en dat geen mens zich dus kan onttrekken aan de betekenistoekenning. Maar Lucas weigert een personage te worden in een boek (zoals Socrates dat werd in Marie Deniets afstudeerscriptie). Hij meent dat taal - dat wil zeggen: het betekenis geven - het zicht op de werkelijkheid juist blokkeert. Zij lijdt onder dit gedrag. Doordat Lucas zich blijft terugtrekken, moet Marie uiteindelijk door fysieke uitputting de strijd opgeven. 

De psychiater. Het laatste hoofdstuk bestaat uit stukken monoloog van de ik-figuur tegenover een psychiater:'Eigenlijk bent u zoiets als een professionele lezer.' Zij heeft hulp ingeroepen omdat ze geen betekenis meer kan geven aan haar eigen leven, ze kan er geen verhaal meer van maken. Zijn het dan alleen de anderen die haar bestaan betekenis moeten geven? Ze zet zich af tegen de mannen die de wetten maken:'En dan lezen ze met hun wetten in de hand de wereld. Met jou erbij […]. Ze lezen je als een boek.'
De roman eindigt met een herinnering aan het katholicisme in haar geboortedorp en haar mislukte poging om dat geloof met 'veel feesten en weinig wetten' af te zweren. Ze dankt de psychiater (= de professionele lezer) dat hij haar heeft laten schrijven en nog meer voor 'het wonder' dat hij aan haar verhaal een betekenis heeft kunnen geven.

Ik vond dit een heel speciaal boek om te lezen dat me telkens op mijn tenen liet staan. Het is erg fijn dat er meerdere personages zijn en het niet alleen om twee personen gaat. Het ik figuur is natuurlijk altijd aanwezig, maar heeft een heel druk leven en maakt dan ook veel mee. Het was erg fijn geschreven en het valt makkelijk te lezen. Je zou dus niet zeggen dat dit een niveau 5 boek zou zijn. Al met al een prima boek en ik heb geen spijt dit gelezen te hebben! 

De Donkere Kamer van Damokles

1950-1980
Willem Frederik Hermans, De Donkere Kamer Van Damokles
Amsterdam, 1958, druk november 2012
319 pagina's

Samenvatting:

Henri Osewoudt is de zoon van een sigarenwinkelier te Voorschoten. Als hij nog op de lagere school zit, vermoordt zijn moeder zijn vader in een vlaag van waanzin. Henri wordt opgevoed door zijn oom Bart Nauta in Amsterdam. Op de middelbare school gaat hij niet om met zijn klasgenoten. Hij leeft in een isolement en gaat alleen om met zijn zeven jaar oudere nicht Ria. Hij doet aan judo, waardoor zijn voeten vergroeien. Hij is lelijk, heeft geen baardgroei en een hoge stem. Ook Ria is lelijk. Als Henri 18 is, trouwt hij met Ria; hij zet zijn vaders zaak voort en zijn moeder woont bij hen in. Henri is afgekeurd voor militaire dienst, maar is wel bij de Burgerwacht. Als de oorlog uitbreekt, moet hij op wacht staan bij een postkantoor. Luitenant Dorbeck, op wie Henri als twee druppels water lijkt, geeft hem een filmrolletje, dat ontwikkeld moet worden. Later komt hij weer terug met nog meer films, die ook ontwikkeld moeten worden en opgestuurd aan E. Jagtman. Na het ontwikkelen krijgt Henri niets dan zwarte vlekken te zien. Hij durft de foto's niet terug te sturen, koopt een Leica en maakt zelf foto's van militaire objecten.
Tijdens een hevig onweer komt Dorbeck, enige tijd later. Henri krijgt opdracht naar Haarlem te komen. Daar ontmoet hij Dorbeck en Zewuster. Met de laatste gaat hij naar de Kleine Houtstraat, waar ze in een huis twee mensen neerschieten. De zoon van de drogist uit Voorschoten heeft hen gevolgd. Henri ontwikkelt het filmpje dat hij in 1940 van Dorbeck had gekregen. Op een van de foto's staat Dorbeck met twee vriendinnen. Er valt een brandend vliegtuig op het huis van Jagtman, waardoor de hele familie Jagtman omkomt. In 1944 (Dorbeck heeft 3 jaar lang niets van zich heeft laten horen) krijgt Henri een brief van Dorbeck met het verzoek de foto's op te sturen naar een postbusnummer. Henri gaat kijken wie de foto's uit de bus haalt; dat blijkt een heilsoldate te zijn. Een paar dagen later wordt hij opgebeld door Elly Meier, die zegt dat ze uit Engeland is overgekomen. Ze toont hem een van de foto's die hij aan Dorbeck had opgestuurd. Hij brengt haar naar oom Bart. Terug in Den Haag hoort hij van Moorlag, zijn kamergenoot, dat de Duitsers hem in zijn huis opwachten en dat Ria en zijn moeder gevangen zijn genomen. Hij gaat met Moorlag naar Leiden, waar een student valse persoonsbewijzen maakt voor hem en Elly. Zijn haar wordt zwart geverfd door Marianne, een ondergedoken joodse studente. Henri duikt onder en gaat foto's ontwikkelen voor Labare.
Hij beseft nu hoe hij veranderd is. Marianne gaat voor hem naar oom Bart met Elly's persoonsbewijs. Deze is echter al verdwenen. Henri gaat naar Amsterdam en vertelt aan oom Bart dat Ria en zijn moeder zitten. Oom Bart maakt hem verwijten. Henri krijgt van Dorbeck opdracht naar het station in Amersfoort te gaan. Daar zal hij een vrouw ontmoeten in leidsteruniform van de Nationale Jeugdstorm. Samen gaan ze naar Lunteren, waar Lagendaal, die voor de Gestapo werkt, uit de weg moet worden geruimd. De aanslag lukt, maar op de terugweg wordt de vrouw aangehouden. In Amsterdam ontmoet Henri Marianna. In de bioscoop ziet Henri een oproep tot zijn eigen aanhouding. Als hij de zaal uitloopt, wordt hij gepakt. Tijdens het verhoor wordt hij zo gemarteld, dat hij naar het ziekenhuis moet. Hij wordt daaruit bevrijd door gemaskerde mannen, die hem naar Leiden brengen. Bij Labare ontmoet hij Marianne weer. 's Nachts worden ze door de Duitsers overvallen.
Henri weet te ontkomen, maar wordt later toch gearresteerd. In de cel zoekt de Duitser Ebernuss hem op, die beweert hij hem goedgezind is. Hij heeft ervoor gezorgd, dat Marianne, die een kind verwacht, weer vrij is. Ebernuss houdt zich bezig met het probleem of Dorbeck, de dubbelganger van Henri, bestaat. Daarom moet Henri naar Amsterdam gaan, waar een clandestiene sociëteit is voor ondergrondse helden. Als Dorbeck bestaat, zal Henri hem zeker ontmoeten. Ebernuss geeft Henri zijn Leica en samen gaan ze naar Amsterdam. In de sociëteit is er een man van wie Henri gelooft dat het Dorbeck is. Van hem krijgt hij giftige kristallen, die hij in Ebernuss' borrel doet. Dorbeck en Henri gaan er samen in de auto van Ebernuss vandoor. In een leegstaand huis fotografeert Henri zichzelf met Dorbeck in een spiegel. Dorbeck vertelt hem dat Ria samen woont met de zoon van de drogist die Henri verraden had, toen hij de aanslag in Haarlem pleegde. Henri krijgt een verpleegstersuniform. Dorbeck bericht hem dat Marianne in een kraamkliniek ligt. Daar aangekomen wordt hij naar een kelder gebracht waar hij het lijkje van zijn kind ziet. Een Duitse soldaat neemt hem mee in zijn auto. In Voorschoten doodt hij Ria en in Dordrecht de Duitser; daarna vraagt hij hulp aan een pastoor. Met de hulp van de illegaliteit en een arts komt hij in Breda aan. Hij meldt zich bij het hoofdkwartier van de Nederlandse Strijdkrachten. Daar arresteert men hem, omdat men denkt dat hij een land verrader is. Hij wordt naar Engeland gebracht. Daar behandelt Selderhorst zijn zaak. Henri wordt van vele dingen beschuldigd en Dorbeck, die zal kunnen aantonen dat hij verzetsheld is, is onvindbaar.
Jagtman en Moorlag zijn dood en Marianne is in Israel. Oom Barts verklaring is zeer vaag. Eindelijk wordt de Leica van Henri gevonden. Hij ontwikkelt het filmpje, maar de foto met Dorbeck is mislukt. Henri rent naar buiten en wordt neergeschoten.

De donkere kamer van Damokles sprak mij in eerste instantie aan omdat ik het ook bij Filosofie had gehoord. Laat het dan zo zijn dat ik heftig verrast was erachter te komen dat het niet over het filosofisch onderwerp ging. Tenminste, niet direct. Henri is een man waarin veel mensen zich zouden herkennen. Hij is een geloofwaardige 'held' uit de oorlog die geloofwaardig overkomt als een menselijk persoon. Hij groeit enorm als persoon, van een onschuldige man die zijn leventje wilt leiden tot een man die veel dingen heeft meegemaakt en enkel rust wilt. Hij wordt van het ene probleem in het andere gegooid en het sleept je echt mee door het verhaal heen. Ook is het einde best schokkend aangezien je toch een happy ending had verwacht. Tenminste, voor mijn gevoel had Henri dat wel verdiend na al dat ongeluk (eveneens ook van zijn kant).
Ik vond het een mooi boek om te lezen maar het werd me soms wat overweldigend omdat er enorm veel gebeurd in een korte tijd. Ook de personages waren soms met teveel.

woensdag 5 februari 2014

Balansverslag

Balansverslag Isis Ensink

1) Welke literaire boeken spraken je bijzonder aan en waarom? Geef voorbeelden en argumenten.

De boeken die mij vooral aanspraken was Komt een vrouw bij de dokter, Een nagelaten bekentenis en Het leven uit een dag. Het leven uit een dag was een boek dat mij ook zeer verrast had. Ik had bij literatuur altijd non-fictionele boeken in mijn hoofd en kreeg ineens dit boek voor mij. Een zeer fictioneel boek. Hoewel we dit wel kunnen vergelijken met het echte leven. Je krijgt allemaal hints om te genieten van het leven, wat het boek echt mooi maakt. Je wordt constant herinnerd aan welke moralen je niet kwijt moet raken en de strijd tussen goed en slecht. Komt een vrouw bij de dokter was een boek dat ik had gelezen toen ik twaalf was, en het is een enorm mooi en emotioneel verhaal. Een echte tranentrekker en ik ben ook niet verbaasd dat het in dit kader staat. Hoewel het geen hoog leesniveau heeft, is het toch een boek dat veel waarde meegeeft. Ik denk dat het een van de weinige boeken is die echt laat zien wat liefde is, en wat je er allemaal voor moet doen en voor kunt krijgen.

2) Welke literatuurlessen zijn belangrijk voor je geweest? Om welke redenen?

Vooral de boeken die wij hebben behandeld hebben mij erg geholpen, al is het alleen maar om het feit dat we vier boeken hebben behandeld. Als deze lessen er niet waren geweest ben ik bang dat ik de boeken thuis niet vrijwillig zou hebben gelezen (behalve voor de toets). Door de lessen heb ik de boeken intensief kunnen lezen en beoordelen, wat ik anders niet zou hebben gedaan.

3) Welke ervaring(en) met literatuur hebben absoluut weerstand opgeroepen? Hoe verklaar je die weerstand? Wanneer je bijvoorbeeld iets saai vond, kwam dat volgens jou door een gebrek aan kwaliteit van de schrijver of door jouw manier van lezen?

Ik lees erg veel Engels en lees liever geen Nederlands. Dit ligt deels aan de taal maar ook deels aan de gelimiteerde hoeveelheid hoog literaire boeken. Denk hierbij aan niveau vijf en zes. Ik heb vaak geen zin in een boek als de zinnen erg moeilijke woorden gebruiken, simpelweg om het feit dat dat een boek niet mooi maakt. Je kunt een boek zo mooi opfleuren als je wilt, als het verhaal iemand niet aanspreekt, zal hij of zij het boek ook niet lezen. Ik irriteerde me vaak aan de veelgebruikte moeilijke woorden die ook vaak overbodig waren. Het voelde alsof de schrijver het te veel probeerde om de taal nog ingewikkelder te maken.

4) Ben je in de loop van de tijd dat je met literatuur bezig was er anders naar gaan kijken? Probeer die ontwikkeling bij jezelf vast te stellen. Geef voorbeelden van wat je nu beter kunt. Kijk voordat je je antwoord formuleert nog eens terug naar je leesautobiografie.

Dat wel. Ik heb er meer respect voor gekregen en ben er ook achter gekomen dat je bij literaire boeken vaak naar de diepere betekenissen moet zoeken. Waar het bij novellen vaak gaat om het verhaal en de gebeurtenissen, gaat het bij literatuur vaak kom de diepere betekenissen en motieven. Dit maken het verhaal speciaal. Ik kan dit nu beter appreciëren en herkennen. Dit kun je ook zien aan de vooruitgang van mijn boekenlijst. Waar ik nog niet naar durfde te kijken in klas vier, heb ik me aan gewaagd in klas zes. Niet alleen heb ik ze kunnen lezen, maar ik heb er ook van kunnen genieten.

5) Loop je blog nog eens door en stel vast waarmee je uiteindelijk al dan niet tevreden kunt zijn, waar het gaat om je aanpak bij het werkproces en je studievaardigheden. Geef voorbeelden. Met welke werkvormen kon je goed uit de voeten, met welke niet? Waarom?

Ik vond het altijd heel veel werk om de verslagen te maken. Ik wist dat de leraar wilde weten of je het boek ook echt gelezen had, maar ik wist al sinds klas vier dat, als ik de boeken moest gaan herhalen voor de mondeling, dit zou gaan op een samenvattingssite, en niet op mijn leesdossier. Hier had ik dus wat meer tijd in kunnen steken. Misschien had dat ervoor gezorgd dat de boeken nog beter in mijn geheugen waren geprint. Ook had ik misschien wat meer moeten uitzoeken welke boeken echt interessant waren, wat ik in klas vijf ook maar heb laten liggen. Ik had toen namelijk boeken gelezen die door anderen waren aangeraden, maar heb die niet van tevoren opgezocht en uitgezocht. Dit zorgde dan ook helaas voor teleurstelling bij sommige boeken.

6) Welke plaats denk je dat de literatuur in het vervolg van je leven te kunnen geven?

Literatuur zal waarschijnlijk een groot deel van mijn leven worden. Helaas zal dit waarschijnlijk niet de Nederlandse maar de Engelse literatuur zijn. Ik vind het heerlijk om een boek op te kunnen pakken en je te kunnen focussen op de problemen van een (fictioneel) personage. Gewoon lekker op een zondagmiddag met een kop thee op de bank zitten en even helemaal de tijd uit het oog te verliezen. Het ontspant heel goed en je voelt je helemaal uitgerust na een leessessie.

7) Welk advies heb je voor je literatuurdocenten?

Het zou misschien handig zijn om een leeslijst te maken voor de leerlingen en deze uit te delen in de klas. Ik kan me herinneren dat de site www.lezenvoordelijst.nl altijd heel irritant was. Als de leraren een aantal boeken (waarbij de niveaus ook te zien zijn) aan zouden bevelen, zou dit een enorm voordeel bieden voor de leerlingen. Ik zou dan waarschijnlijk sneller een boek hebben opgepakt met een hoger niveau.