donderdag 6 februari 2014

Leeslijst

Komt een vrouw bij de dokter -  Raymond van de Klundert (klas 4)
Podium b.v. Uitgeverij Amsterdam
veertigste druk oktober 2007, eerste druk oktober 2003
318 bladzijden
Psychologische Roman

Sonny Boy - Annejet van der Zuil (klas 4)
 Nijgh & van Ditmar, Amsterdam 2007
Eerste druk November 2004, negentiende druk Juni 2007
266 bladzijden
Non-fictionele Roman

Oscar - Jan Siebelink (klas 4)
Amsterdam, 2012, 1e druk (2012)
130 bladzijden
Roman

Het Gouden Ei - Tim Krabbé (klas 5)
Onbekend, Oktober 2010, drieëndertigste druk (1984)
93 bladzijden
Romantiek

Specht en zoon - Willem Jan Otten (klas 5)
Naarden, Februari 2004, eerste druk
142 bladzijden
Roman

De Klucht van de Molenaar - (klas 5)

Reize Door Apeland - (klas 5)

Max Havelaar - Multatuli (klas 5)

Mariken van Nieumeghen (klas 5)

Het leven uit een dag - A.F.Th. van der Heijden (klas 5)
Uitgeverij Querido Amsterdam
Eerste druk 1988
223 bladzijden
Ideeënroman

De Aanslag - Harry Mulisch (klas 5) (1980 - nu)
Uitgeverij De bezige bij, Amsterdam (1982)
vierenvijftigste druk, oktober 2010
224 bladzijden
Oorlogsroman

De donkere kamer van Damokles - Willem Frederik Hermans (klas 6) (1950-1980)
Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek Amsterdam, 1958,
zevenenveertigste druk, november 2012
319 bladzijden
Psychologische roman

Een nagelaten bekentenis - Marcellus Emants (klas 6) (1880-1940)
Uitgeverij G. A. van Oorschot, Amsterdam
Eerste druk 1884
251 bladzijden
Naturalistische roman

Leesverslag Een nagelaten bekentenis (Marcellus Emants) (1880-1940)


Een nagelaten bekentenis
Uitgeverij G. A. van Oorschot, Amsterdam
Eerste druk 1884
251 bladzijden
Naturalistische roman

Samenvatting:
Willem Termeer heeft zijn vrouw vermoord en vertelt nu zijn levensgeschiedenis om deze daad te verklaren. Zijn vader was vroeger een losbol met geld. Hij trouwde laat, maar niet uit liefde. Al vroeg blijkt dat Willem geen eerzucht heeft, geen lust zich te onderscheiden; hij liegt, is laf en inactief. Op de lagere school heft hij een liefdesavontuurtje: Mientje, de dochter van het hoofd. Hij heeft een goede intelligentie, maar is nergens in geinteresseerd. Alleen muziek betekent nog iets voor hem. Hij zakt voor het eindexamen van de hogere burgerschool. Er ontstaan een conflict met zijn vader, die zich anders nooit met hem bemoeit. Ook van zijn moeder krijgt hij geen liefde.Zijn vader wordt krankzinnig en sterft; zijn moeder verliest hij ook. Hij krijgt het vermogen van zijn vader onder toezicht van meneer Bloemendaal. Hij heeft nu geen ouders meer en hoeft gen verplichtingen meer na te komen. Hij besluit de wereld rond te reizen en komt uiteindelijk in Zwitserland uit. Daar ontmoet hij een Zweedse pianiste die hij als ene geschikte vrouw schat, maar wordt wederom door zijn lafheid en ‘onbelangrijkheid’ afgewezen. Uiteindelijk gaat hij terug naar Nederland en herinnert zich daar ineens weer de Bloemendaals. De oude heer Bloemendaal ziet wel iets in een huwelijk en Termeer is op zoek naar rust wat hij daarin hoopt te vinden. Hij trouwt met Anna, de dochter van Bloemendaal, maar hun verhouding is koel, van liefde is geen sprake. Anna is gesloten en vindt, evenals haar man, geen bevrediging in het huwelijk. Ze krijgen een dochter die na anderhalf jaar sterft. Steeds meer vervreemden ze van elkaar. Anna maakt kennis met een buurman, een weduwnaar. Deze man, De Kantere genaamd, is predikant geweest. Er ontstaan een platonische verhouding tussen hem en Anna. De kantere probeert met Willem Termeer te praten maar zonder succes. Willem wordt jaloers. Willem ontmoet dan Carolien en vindt bij haar alles wat hij zoekt in een vrouw. Hij wou alleen dat het echte liefde was en niet voor geld. Op een dag kan Willem Carolien niet zien, omdat er iemand anders bij haar is. Hij vraagt haar om nooit meer iemand anders te ontvangen. Carolien belooft het, maar de volgende dag is er weer iemand anders. Als Willem thuis komt ligt Anna al in bed. Er staan twee flessen chloraal (slaapmiddel) naast haar bed die ze gebruikt als slaapdrank. Hij laat de slapende Anna de flessen chloraal leegdrinken en vermoordt haar op deze manier. Justitie stelt geen onderzoek in en geen mens verdenkt Willem. De buitenwereld gelooft dat het zelfmoord is en daarmee kwam een einde aan Anna’s bestaan. 

Ik heb altijd al belangstelling getoond naar de verhalen die vol emotie zitten. Dit is zo'n boek. Het verhaal is heel persoonlijk en verteld de aanloop naar de val in iemands leven. Doordat het zo persoonlijk is grijpt het je ook sneller bij het hart en daardoor kon ik het bijna niet wegleggen tijdens het lezen. Ik heb geluk gehad dit boek te vinden, aangezien ik niet erg veel van de literaire boeken uit de Nederlandse tijd houd. Ook is het heel grappig om te lezen hoe de hoofdpersoon het verhaal alsnog spannend maakt, terwijl je al sinds het begin weet hoe het verhaal (ongeveer) afloopt. Wel heel raar is dat het boek niet is ingedeeld in hoofdstukken, wat het een beetje langdradig laat lijken. Dit is echter niet zo omdat het boek snel verfrissend is wanneer dat nodig is, door bijvoorbeeld een nieuwe scène te laten beginnen of een nieuw personage te introduceren. Het las dus erg fijn en ik raad het zeker aan bij anderen! 

Leesverslag De Wetten (Connie Palmen)

De wetten - Connie Palmen (klas 6)
Uitgeverij Prometheus Amsterdam 1991
Amsterdam juli 1996 (vijfentwintigste druk), eerste druk januari 1991
237 bladzijden
Psychologische roman


Samenvatting: (http://www.scholieren.com/boekverslag/42014)
De astroloog. De ik-figuur ontmoet de astroloog in 1980, als ze 25 is en in een antiquariaat werkt. De man fascineert haar, doordat hij meteen haar sterrenbeeld raadt en vervolgens op basis van een horoscoop haar persoonlijkheid ontleedt. Hij noemt haar 'monsieur Lune'.
De astroloog blijkt een eenzame, op het eerste gezicht afstotende man, getekend door een liefdeloze jeugd. De astrologie is voor hem een manier om zijn leven (en dat van anderen) zin te geven door middel van kosmische verbanden. Hij kan 'de onverschilligheid van het lot' niet verdragen en zoekt daarom steun door zichzelf op te noemen in 'een groot verhaal'.

De epilepticus. Tijdens een college over Thomas Mann (in 1981) ontmoet ze de epilepticus Daniël Daalmeyer. Door zich te concentreren op zijn bijzondere ziekte heeft hij zijn tot dan toe versplinterde leven structuur weten te geven. Het filosoferen over de 'betekenis' van verschillende ziektes is voor hem een levensvervulling geworden. Hij noemt haar 'Theresa'. 

De filosoof. Vanaf 1982 volgt de ik-figuur de filosofiecolleges van professor De Waeterlinck, een man die haar aanvankelijk imponeert doordat hij 'het gezicht' heeft. Een man uit de groep oudere adepten van de professor wordt wanhopig verliefd op haar. De Waeterlinck zegt haar dat ze 'een soort synthese tussen hartstocht en afstandelijkheid' bezit die waarschijnlijk de voorwaarde vormt voor ware creativiteit. Zelf bezit hij dit vermogen niet. Er staan ook enkele herinneringen aan haar verhouding met Maurits, docent maatschappijleer op school, in dit hoofdstuk. 

De priester. De Waeterlinck verwijst haar naar een meer eigentijdse collega, Clemens Brandt. Deze is getroffen door haar aandacht, al gaat zijn belangstelling minder naar Foucault uit dan naar Derrida (net als deze filosoof meent hij dat een wereld buiten de tekst ondenkbaar is geworden). Hij noemt haar 'Em'. Tijdens de tweede ontmoeting vertelt deze lelijke, gebochelde man dat hij zich van tijd tot tijd door de hoeren laat afranselen. Later kleedt 'Em' hem liefdevol uit. De volgende ochtend voelt ze alleen walging.
De fysicus. De door (zelfmoord?) van de astroloog brengt haar in januari 1984 in contact met diens vriend de astronoom ('fysicus'). Ze bewondert zijn kalmte. Hij legt haar uit dat de moderne natuurkunde geen vaste wetten meer kent. Tot op de dag van de begrafenis van hun gezamenlijke vriend woont hij bij haar. Daarna gaat hij terug naar Frankrijk; dit betekent het einde van de verhouding. 

De kunstenaar. De ik-figuur, die Marie Deniet blijkt te heten, maakt vlak na haar docteraalexamen (1985) kennis met de door haar bewonderde kunstenaar Lucas Asbeek - die geen kunstenaar meer wil zijn. Want hij wil niet meer dat anderen betekenis geven aan zijn werk. Marie probeert hem duidelijk te maken dat mensen betekenisdieren zijn en dat geen mens zich dus kan onttrekken aan de betekenistoekenning. Maar Lucas weigert een personage te worden in een boek (zoals Socrates dat werd in Marie Deniets afstudeerscriptie). Hij meent dat taal - dat wil zeggen: het betekenis geven - het zicht op de werkelijkheid juist blokkeert. Zij lijdt onder dit gedrag. Doordat Lucas zich blijft terugtrekken, moet Marie uiteindelijk door fysieke uitputting de strijd opgeven. 

De psychiater. Het laatste hoofdstuk bestaat uit stukken monoloog van de ik-figuur tegenover een psychiater:'Eigenlijk bent u zoiets als een professionele lezer.' Zij heeft hulp ingeroepen omdat ze geen betekenis meer kan geven aan haar eigen leven, ze kan er geen verhaal meer van maken. Zijn het dan alleen de anderen die haar bestaan betekenis moeten geven? Ze zet zich af tegen de mannen die de wetten maken:'En dan lezen ze met hun wetten in de hand de wereld. Met jou erbij […]. Ze lezen je als een boek.'
De roman eindigt met een herinnering aan het katholicisme in haar geboortedorp en haar mislukte poging om dat geloof met 'veel feesten en weinig wetten' af te zweren. Ze dankt de psychiater (= de professionele lezer) dat hij haar heeft laten schrijven en nog meer voor 'het wonder' dat hij aan haar verhaal een betekenis heeft kunnen geven.

Ik vond dit een heel speciaal boek om te lezen dat me telkens op mijn tenen liet staan. Het is erg fijn dat er meerdere personages zijn en het niet alleen om twee personen gaat. Het ik figuur is natuurlijk altijd aanwezig, maar heeft een heel druk leven en maakt dan ook veel mee. Het was erg fijn geschreven en het valt makkelijk te lezen. Je zou dus niet zeggen dat dit een niveau 5 boek zou zijn. Al met al een prima boek en ik heb geen spijt dit gelezen te hebben! 

De Donkere Kamer van Damokles

1950-1980
Willem Frederik Hermans, De Donkere Kamer Van Damokles
Amsterdam, 1958, druk november 2012
319 pagina's

Samenvatting:

Henri Osewoudt is de zoon van een sigarenwinkelier te Voorschoten. Als hij nog op de lagere school zit, vermoordt zijn moeder zijn vader in een vlaag van waanzin. Henri wordt opgevoed door zijn oom Bart Nauta in Amsterdam. Op de middelbare school gaat hij niet om met zijn klasgenoten. Hij leeft in een isolement en gaat alleen om met zijn zeven jaar oudere nicht Ria. Hij doet aan judo, waardoor zijn voeten vergroeien. Hij is lelijk, heeft geen baardgroei en een hoge stem. Ook Ria is lelijk. Als Henri 18 is, trouwt hij met Ria; hij zet zijn vaders zaak voort en zijn moeder woont bij hen in. Henri is afgekeurd voor militaire dienst, maar is wel bij de Burgerwacht. Als de oorlog uitbreekt, moet hij op wacht staan bij een postkantoor. Luitenant Dorbeck, op wie Henri als twee druppels water lijkt, geeft hem een filmrolletje, dat ontwikkeld moet worden. Later komt hij weer terug met nog meer films, die ook ontwikkeld moeten worden en opgestuurd aan E. Jagtman. Na het ontwikkelen krijgt Henri niets dan zwarte vlekken te zien. Hij durft de foto's niet terug te sturen, koopt een Leica en maakt zelf foto's van militaire objecten.
Tijdens een hevig onweer komt Dorbeck, enige tijd later. Henri krijgt opdracht naar Haarlem te komen. Daar ontmoet hij Dorbeck en Zewuster. Met de laatste gaat hij naar de Kleine Houtstraat, waar ze in een huis twee mensen neerschieten. De zoon van de drogist uit Voorschoten heeft hen gevolgd. Henri ontwikkelt het filmpje dat hij in 1940 van Dorbeck had gekregen. Op een van de foto's staat Dorbeck met twee vriendinnen. Er valt een brandend vliegtuig op het huis van Jagtman, waardoor de hele familie Jagtman omkomt. In 1944 (Dorbeck heeft 3 jaar lang niets van zich heeft laten horen) krijgt Henri een brief van Dorbeck met het verzoek de foto's op te sturen naar een postbusnummer. Henri gaat kijken wie de foto's uit de bus haalt; dat blijkt een heilsoldate te zijn. Een paar dagen later wordt hij opgebeld door Elly Meier, die zegt dat ze uit Engeland is overgekomen. Ze toont hem een van de foto's die hij aan Dorbeck had opgestuurd. Hij brengt haar naar oom Bart. Terug in Den Haag hoort hij van Moorlag, zijn kamergenoot, dat de Duitsers hem in zijn huis opwachten en dat Ria en zijn moeder gevangen zijn genomen. Hij gaat met Moorlag naar Leiden, waar een student valse persoonsbewijzen maakt voor hem en Elly. Zijn haar wordt zwart geverfd door Marianne, een ondergedoken joodse studente. Henri duikt onder en gaat foto's ontwikkelen voor Labare.
Hij beseft nu hoe hij veranderd is. Marianne gaat voor hem naar oom Bart met Elly's persoonsbewijs. Deze is echter al verdwenen. Henri gaat naar Amsterdam en vertelt aan oom Bart dat Ria en zijn moeder zitten. Oom Bart maakt hem verwijten. Henri krijgt van Dorbeck opdracht naar het station in Amersfoort te gaan. Daar zal hij een vrouw ontmoeten in leidsteruniform van de Nationale Jeugdstorm. Samen gaan ze naar Lunteren, waar Lagendaal, die voor de Gestapo werkt, uit de weg moet worden geruimd. De aanslag lukt, maar op de terugweg wordt de vrouw aangehouden. In Amsterdam ontmoet Henri Marianna. In de bioscoop ziet Henri een oproep tot zijn eigen aanhouding. Als hij de zaal uitloopt, wordt hij gepakt. Tijdens het verhoor wordt hij zo gemarteld, dat hij naar het ziekenhuis moet. Hij wordt daaruit bevrijd door gemaskerde mannen, die hem naar Leiden brengen. Bij Labare ontmoet hij Marianne weer. 's Nachts worden ze door de Duitsers overvallen.
Henri weet te ontkomen, maar wordt later toch gearresteerd. In de cel zoekt de Duitser Ebernuss hem op, die beweert hij hem goedgezind is. Hij heeft ervoor gezorgd, dat Marianne, die een kind verwacht, weer vrij is. Ebernuss houdt zich bezig met het probleem of Dorbeck, de dubbelganger van Henri, bestaat. Daarom moet Henri naar Amsterdam gaan, waar een clandestiene sociëteit is voor ondergrondse helden. Als Dorbeck bestaat, zal Henri hem zeker ontmoeten. Ebernuss geeft Henri zijn Leica en samen gaan ze naar Amsterdam. In de sociëteit is er een man van wie Henri gelooft dat het Dorbeck is. Van hem krijgt hij giftige kristallen, die hij in Ebernuss' borrel doet. Dorbeck en Henri gaan er samen in de auto van Ebernuss vandoor. In een leegstaand huis fotografeert Henri zichzelf met Dorbeck in een spiegel. Dorbeck vertelt hem dat Ria samen woont met de zoon van de drogist die Henri verraden had, toen hij de aanslag in Haarlem pleegde. Henri krijgt een verpleegstersuniform. Dorbeck bericht hem dat Marianne in een kraamkliniek ligt. Daar aangekomen wordt hij naar een kelder gebracht waar hij het lijkje van zijn kind ziet. Een Duitse soldaat neemt hem mee in zijn auto. In Voorschoten doodt hij Ria en in Dordrecht de Duitser; daarna vraagt hij hulp aan een pastoor. Met de hulp van de illegaliteit en een arts komt hij in Breda aan. Hij meldt zich bij het hoofdkwartier van de Nederlandse Strijdkrachten. Daar arresteert men hem, omdat men denkt dat hij een land verrader is. Hij wordt naar Engeland gebracht. Daar behandelt Selderhorst zijn zaak. Henri wordt van vele dingen beschuldigd en Dorbeck, die zal kunnen aantonen dat hij verzetsheld is, is onvindbaar.
Jagtman en Moorlag zijn dood en Marianne is in Israel. Oom Barts verklaring is zeer vaag. Eindelijk wordt de Leica van Henri gevonden. Hij ontwikkelt het filmpje, maar de foto met Dorbeck is mislukt. Henri rent naar buiten en wordt neergeschoten.

De donkere kamer van Damokles sprak mij in eerste instantie aan omdat ik het ook bij Filosofie had gehoord. Laat het dan zo zijn dat ik heftig verrast was erachter te komen dat het niet over het filosofisch onderwerp ging. Tenminste, niet direct. Henri is een man waarin veel mensen zich zouden herkennen. Hij is een geloofwaardige 'held' uit de oorlog die geloofwaardig overkomt als een menselijk persoon. Hij groeit enorm als persoon, van een onschuldige man die zijn leventje wilt leiden tot een man die veel dingen heeft meegemaakt en enkel rust wilt. Hij wordt van het ene probleem in het andere gegooid en het sleept je echt mee door het verhaal heen. Ook is het einde best schokkend aangezien je toch een happy ending had verwacht. Tenminste, voor mijn gevoel had Henri dat wel verdiend na al dat ongeluk (eveneens ook van zijn kant).
Ik vond het een mooi boek om te lezen maar het werd me soms wat overweldigend omdat er enorm veel gebeurd in een korte tijd. Ook de personages waren soms met teveel.

woensdag 5 februari 2014

Balansverslag

Balansverslag Isis Ensink

1) Welke literaire boeken spraken je bijzonder aan en waarom? Geef voorbeelden en argumenten.

De boeken die mij vooral aanspraken was Komt een vrouw bij de dokter, Een nagelaten bekentenis en Het leven uit een dag. Het leven uit een dag was een boek dat mij ook zeer verrast had. Ik had bij literatuur altijd non-fictionele boeken in mijn hoofd en kreeg ineens dit boek voor mij. Een zeer fictioneel boek. Hoewel we dit wel kunnen vergelijken met het echte leven. Je krijgt allemaal hints om te genieten van het leven, wat het boek echt mooi maakt. Je wordt constant herinnerd aan welke moralen je niet kwijt moet raken en de strijd tussen goed en slecht. Komt een vrouw bij de dokter was een boek dat ik had gelezen toen ik twaalf was, en het is een enorm mooi en emotioneel verhaal. Een echte tranentrekker en ik ben ook niet verbaasd dat het in dit kader staat. Hoewel het geen hoog leesniveau heeft, is het toch een boek dat veel waarde meegeeft. Ik denk dat het een van de weinige boeken is die echt laat zien wat liefde is, en wat je er allemaal voor moet doen en voor kunt krijgen.

2) Welke literatuurlessen zijn belangrijk voor je geweest? Om welke redenen?

Vooral de boeken die wij hebben behandeld hebben mij erg geholpen, al is het alleen maar om het feit dat we vier boeken hebben behandeld. Als deze lessen er niet waren geweest ben ik bang dat ik de boeken thuis niet vrijwillig zou hebben gelezen (behalve voor de toets). Door de lessen heb ik de boeken intensief kunnen lezen en beoordelen, wat ik anders niet zou hebben gedaan.

3) Welke ervaring(en) met literatuur hebben absoluut weerstand opgeroepen? Hoe verklaar je die weerstand? Wanneer je bijvoorbeeld iets saai vond, kwam dat volgens jou door een gebrek aan kwaliteit van de schrijver of door jouw manier van lezen?

Ik lees erg veel Engels en lees liever geen Nederlands. Dit ligt deels aan de taal maar ook deels aan de gelimiteerde hoeveelheid hoog literaire boeken. Denk hierbij aan niveau vijf en zes. Ik heb vaak geen zin in een boek als de zinnen erg moeilijke woorden gebruiken, simpelweg om het feit dat dat een boek niet mooi maakt. Je kunt een boek zo mooi opfleuren als je wilt, als het verhaal iemand niet aanspreekt, zal hij of zij het boek ook niet lezen. Ik irriteerde me vaak aan de veelgebruikte moeilijke woorden die ook vaak overbodig waren. Het voelde alsof de schrijver het te veel probeerde om de taal nog ingewikkelder te maken.

4) Ben je in de loop van de tijd dat je met literatuur bezig was er anders naar gaan kijken? Probeer die ontwikkeling bij jezelf vast te stellen. Geef voorbeelden van wat je nu beter kunt. Kijk voordat je je antwoord formuleert nog eens terug naar je leesautobiografie.

Dat wel. Ik heb er meer respect voor gekregen en ben er ook achter gekomen dat je bij literaire boeken vaak naar de diepere betekenissen moet zoeken. Waar het bij novellen vaak gaat om het verhaal en de gebeurtenissen, gaat het bij literatuur vaak kom de diepere betekenissen en motieven. Dit maken het verhaal speciaal. Ik kan dit nu beter appreciëren en herkennen. Dit kun je ook zien aan de vooruitgang van mijn boekenlijst. Waar ik nog niet naar durfde te kijken in klas vier, heb ik me aan gewaagd in klas zes. Niet alleen heb ik ze kunnen lezen, maar ik heb er ook van kunnen genieten.

5) Loop je blog nog eens door en stel vast waarmee je uiteindelijk al dan niet tevreden kunt zijn, waar het gaat om je aanpak bij het werkproces en je studievaardigheden. Geef voorbeelden. Met welke werkvormen kon je goed uit de voeten, met welke niet? Waarom?

Ik vond het altijd heel veel werk om de verslagen te maken. Ik wist dat de leraar wilde weten of je het boek ook echt gelezen had, maar ik wist al sinds klas vier dat, als ik de boeken moest gaan herhalen voor de mondeling, dit zou gaan op een samenvattingssite, en niet op mijn leesdossier. Hier had ik dus wat meer tijd in kunnen steken. Misschien had dat ervoor gezorgd dat de boeken nog beter in mijn geheugen waren geprint. Ook had ik misschien wat meer moeten uitzoeken welke boeken echt interessant waren, wat ik in klas vijf ook maar heb laten liggen. Ik had toen namelijk boeken gelezen die door anderen waren aangeraden, maar heb die niet van tevoren opgezocht en uitgezocht. Dit zorgde dan ook helaas voor teleurstelling bij sommige boeken.

6) Welke plaats denk je dat de literatuur in het vervolg van je leven te kunnen geven?

Literatuur zal waarschijnlijk een groot deel van mijn leven worden. Helaas zal dit waarschijnlijk niet de Nederlandse maar de Engelse literatuur zijn. Ik vind het heerlijk om een boek op te kunnen pakken en je te kunnen focussen op de problemen van een (fictioneel) personage. Gewoon lekker op een zondagmiddag met een kop thee op de bank zitten en even helemaal de tijd uit het oog te verliezen. Het ontspant heel goed en je voelt je helemaal uitgerust na een leessessie.

7) Welk advies heb je voor je literatuurdocenten?

Het zou misschien handig zijn om een leeslijst te maken voor de leerlingen en deze uit te delen in de klas. Ik kan me herinneren dat de site www.lezenvoordelijst.nl altijd heel irritant was. Als de leraren een aantal boeken (waarbij de niveaus ook te zien zijn) aan zouden bevelen, zou dit een enorm voordeel bieden voor de leerlingen. Ik zou dan waarschijnlijk sneller een boek hebben opgepakt met een hoger niveau.

woensdag 15 mei 2013

Leesgroep


Gemeenschappelijk deel
Wat waren jullie verwachtingen? In welke mate zijn die uitgekomen?
Wij verwachten dat dit een interessant boek is, het gaat over een totaal ander leven, een leven waar elke daad éénmalig is en je dus niks een tweede keer kan doen. Dit komt doordat het leven maar een dag duurt. Omdat je alles in je leven maar één keer meemaakt in dit boek denken we dat we heel veel te maken zullen krijgen met keuzes die de hoofdpersonen zullen maken en dat dit interessant is om te weten omdat je eigenlijk bij elke keuze die je maakt goed na moet denken omdat het zomaar over kan zijn. Toen wij aan meneer Philipsen vertelden wat voor boek we hadden gekozen was hij erg enthousiast. Hij zei meteen dat het een mooi en indrukwekkend boek was. Hierdoor hebben wij ook een hogere verwachting van het boek.
Onze verwachtingen zijn grotendeels uitgekomen want we vonden het inderdaad een interessant boek met een verrassend einde. Het is leuk om te zien hoe dit leven verschilt met dan van ons en wat de karakters met de keuzes doen die ze hebben.

Geef een titelverklaring.
Het boek gaat over een leven op aarde dat maar één dag duurt. En misschien kan het ook nog een dubbele betekenis hebben, bijvoorbeeld als je gaat kijken naar iemand en daarvan een dag meeloopt dan kan je dat ‘het leven uit een dag van …’ noemen, in dit geval dus het leven uit een dag van Benny.

Bespreek de personages.
Benny: dit is de hoofdpersoon van het boek. Je volgt het verhaal van zijn leven. Hij gelooft niet alles wat iedereen tegen hem zegt en hij luistert niet naar iedereen maar wil juist zelf ontdekken hoe het is, hij is eigenwijs en wil meer weten van wat er na de dood komt. Hij gelooft niet in de hel maar hij gelooft juist in dat er niks is (aan het einde van het boek). Hij maakt zijn eigen regels op.
Gini: in het begin is ze nog een erg onschuldig, klein meisje dat nog niet veel weet van wat ze moet doen met haar dag. Ze kwam ook eerst op rollenschaatsen en kwam emotioneel uit de biologie klas. Maar na een aantal uur ontwikkelt ze zich tot vrouw en verdwijnt het onschuldige een beetje maar niet helemaal want tijdens de moord op een oude man is ze er niet echt met haar hoofd bij, waardoor ze later ook in de hemel komt en niet in de hel.
Scant: een blinde man, Benny ontmoet hem als eerst in het café waar hij ook Gini ontmoet. Zijn zintuigen zijn heel sterk ontwikkeld omdat hij ook blind is. Aan het begin van het boek heb je erg veel medelijden met hem, omdat hij een best wel zwaar leven heeft en uiteindelijk ook vermoord wordt maar aan het einde van het boek gaat het medelijden weg omdat het blijkt dat hij de twee geliefden met opzet uit elkaar heeft gedreven.
Bespreek zaken als: setting, perspectief, open plekken, enzovoort.
Het lijkt op een plek die gelijk is aan de aarde maar ook weer niet want er wordt de hele dag door gebouwd en er wordt telkens ook weer iets veranderd maar de hel die zou je wel kunnen vergelijken met onze wereld.
Het wordt verteld uit het hij-perspectief, behalve in de brieven (daar is het een ik-persoon).
Open plekken zijn als Benny uit de stoel komt en hij weer gewoon op straat loopt dan denk je dat hij het overleeft heeft terwijl je er na een tijdje achterkomt dat hij in de hel zit. En je vraagt je aan het einde van het boek ook vaak af waar Gini zich bevindt, wat ook een open plek veroorzaakt.

Bespreek het thema en eventuele motieven.
Het thema kan zijn hoe de liefde tot stand kan blijven door herhaling want in het boek krijg je te maken met twee geliefdes die zelfs na het leven van één dag nog steeds van elkaar houden en alles daarvoor over hebben om bij elkaar te blijven en ookal moeten ze dit doen door in eeuwige herhaling te leven. Een tweede thema kan de relativiteit zijn want de aardse tijd daar (het leven van een dag) dat staat tegenover de tijd in de hel, wat zij als een eeuwigheid zien, en wat je kan vergelijken met het de tijd van het leven bij ons op aarde. Bovendien is ontevredenheid komt dat een groot deel voor in het boek want de hoofdpersonen zijn ontevreden met het leven van een dag en willen alleen maar meer, ze nemen er geen genoegen mee.
Het belangrijkste motief is licht en schaduw want elke persoon gebruikt de schaduw als klok, dat komt heel vaak terug in het boek. Een ander motief is de onherhaalbaarheid, dat komt ook in het hele boek terug. Dit motief verdwijnt aan het einde van het boek want aan het einde van het boek wordt het alleen maar herhaling doordat Benny in de hel komt

Geef een oordeel over het boek.
Het boek verbaasde ons enorm. Dat het boek fictie was verbaasde ons enorm, aangezien er niet veel fictie voorkomt in de Nederlandse literatuur. Natuurlijk is niet alles verzonnen, aangezien verschillende geloven al zeggen dat de hel en de hemel ook echt bestaan. Toch speelt de schrijver heel erg met de morelen van mensen. De man die de moord intentioneel pleegt komt in de hel terecht, terwijl zijn liefje Gini in de hemel komt, aangezien die het niet met duidelijke opzet had gepleegd (moreel argument). Je ging hierdoor als lezer ook erg nadenken over hoe je de man zijn lot zou kunnen veranderen. Zouden ze ook samen in de hemel zijn kunnen gekomen? Had Gini ook nog iets vreselijks moeten doen om zo samen met Benny in de hel te komen? De schrijver heeft dit erg mooi gespeeld. Het realiteitsgehalte valt te bespreken (realistisch argument). Het leven duurt op aarde (vaak) niet een dag en wordt voor mensen berekent op zo'n 80 jaar. In het boek duurt het leven volgens Benny (en de priester) maar één dag. Daarna is het over en gaan ze naar de hemel, of als ze iets slechts doen, naar de hel.
We vinden het verhaal erg mooi geschreven, omdat je jezelf snel kon verliezen in het verhaal. Je kon jezelf goed verbeelden hoe de wereld in elkaar zat, in plaats ervan dat alles al voor je verzonnen was (esthetisch argument). Alles wordt erg duidelijk beschreven, maar toch heb je vrede met alle dingen die worden genoemd. Als je ons hier op aarde nu zou vertellen dat het leven maar één dag duurde, zouden we allemaal gek worden. Echter het boek lezende, hebben we er een soort vrede mee en klinkt het zelfs nog wel mooi.


Eigen oordeel

Ik vond het boek heel erg meevallen. Normaal moet ik mezelf altijd dwingen het boek te gaan lezen en doe ik dat dan ook met erg veel tegenzin. Toen ik er echter achter kwam waar het boek overging (terwijl we erover aan het praten waren), was ik zeer verbaasd. Ik hou erg van fictie en vind het ook geweldig als ik het boek zelf mag verbeelden. Ik vind het vaak saai worden als alles al beschreven wordt en erg op de werkelijkheid lijkt. Dit verhaal was een mengeling van non-fictie en fictie, aangezien alles wat er gebeurde erop duidde dat het op aarde heeft plaatsgevonden, maar juist de dingen die ertoe doen (de duur van het leven) is aangepast. Ook waren de normen en waarden erg anders, men genoot meer van wat hij of zij meemaakte en werd het niet voor lief genomen.
Tijdens het bespreken hadden wij allemaal dezelfde mening, wat erg fijn was. We waren het allemaal eens met de uitspraken die we deden over de characters en hoe oneerlijk het einde eigenlijk wel niet was.
Het boek is niveau vier binnen de literatuur. Dit is niet bepaald hoog, maar ik ben wel enorm blij dat ik dit boek heb gelezen en weet ook bijna zeker dat ik dit boek ga gebruiken bij mijn mondeling in de zesde. Ik kon er goed mee overweg, al kon je wel goed merken dat het een literair boek is, aangezien het taalniveau wel hoger is dan bij kinderboeken.
Het volgende boek dat ik wil lezen, zal wel niveau 5 of misschien zelfs wel 6 zijn. Ik wil wel graag dat mijn gemiddelde leesniveau volgend jaar rond de 5 zit. Als ik dus een paar niveau vier boeken bij mijn mondeling wil gebruiken, wil ik ook een mooi boek erbij hebben dat niveau zes heeft. Alles op een niveau zal ook niet erg fijn zijn, omdat het me erg fijn lijkt de verschillen qua niveau te kunnen herkennen. 

donderdag 4 april 2013

Imaginair reisverhaal (verwerkingsopdracht literatuur)



Ik deed mijn ogen open, keek om me heen. Ik zag alleen maar groen. Overal was groen. Of nee, er was blauw. Ik rook de zoute geur van de zee en de rest kwam in beeld. Ik was verdwaald, verdwenen van de plek dat ik 'thuis' noemde. Langzaamaan begonnen de herinneringen terug te komen. Ik zat op een boot met een aantal anderen, en we vaarden weg van al onze problemen. De maatschappij was gek geworden. Er waren te veel regels, en de straffen werden steeds meer aangescherpt voor degenen die zich niet aan de regels hielden. Het was een gekkenwerk hoe de regering de mensen oppakte van de straat om belachelijke redenen. Ik moest weg. Maar hoe kwam ik hier?
Ik stond op en begon de omgeving te bekijken. Ik zag de boot liggen, aangestrand, en een aantal voetstappen. Het zag erna uit dat we hadden opgesplitst. Ik pakte een tas met eten en drinken uit de boot en besloot verder het bos in te lopen. Toen ik een aantal uur verder aan een oever van een rivier uitruste, hoorde ik ineens geritsel om me heen. Ik draaide me langzaam om en zag een beer op me aflopen. Ik wist dat je niet moest wegrennen, dieren zijn geneigd om juist het kat-muis spel te spelen. Toch begonnen mijn benen te bewegen en rende ik naar de rivier: De beer zou mij toch niet achterna komen? Ik hoorde toen in eens een geluid dat erg leek op een pijl dat door de lucht vliegt. Ik keek om en zag de beer dood liggen, met een pijl door zijn kop. Ik keek om me heen maar zag geen enkel mens in mijn nabije omgeving. Ik deed net alsof ik verder ging met wandelen maar draaide na een aantal meters weer om, terug naar de plaats delict. Ik zag toen dat een aantal mensen het beest begonnen te verslepen. Ik achtervolgde ze en na een aantal honderd meter begon er een huis in het zicht te komen. Een 'huis' zou ik het ook niet noemen, het was meer een hut. Alles zag er heel primitief uit, evenals de kleding die de mensen droegen nu ik erop lette. Er was geen electriciteit te bekennen, wat in onze samenleving centraal staat. Het werd donker en ik besloot in een boom te klimmen en daar te overnachtten. Ik werd weer wakker in de nacht toen ik weer geritsel hoorde. Dit keer was het geen beest, maar zag ik een aantal mensen richting het huis sluipen. Het was duidelijk dat deze mensen niet bij de andere familie hoorde. Ik was zo gefasineerd dat ik bijna uit de boom viel toen ik, wederom, het geluid van pijlen die door de lucht vlogen, hoorde. Er viel een persoon neer en de anderen verstijfden. De groep uit de hut kwam naar buiten, brullend en tierend. Toen de andere mensen dichterbij probeerden te komen werd het gebrul harder. Na een paar minuten gingen de mensen weer weg, en begon de groep van de hut weer wat rustiger te worden. Ik was zo verbaasd over wat ik zag, dat ik niet doorhad dat de boom waarin ik zat geluid begon te maken. De mensen keken ineens mijn richting op en ik verstijfde. Ik kreeg op dat moment door hoe het er hier aan toe ging. Dit was geen maatschappij zoals ik het kende. Er waren geen geschreven regels, maar dat betekende niet dat er chaos was. Nee, zeker geen chaos, ook al zouden wij dat denken. Er waren duidelijk regels die gevolgt moesten worden. In onze maatschappij werd je openbaar gestraft voor de fouten die je maakte, maar hier was dat totaal anders. Ja, je werd zeker wel gestraft voor de fouten. Deze fouten waren echter ongeschreven regels die verbroken werden. Het was oeroud. Zo leefden de mensen vroeger, niet nu. Ik begon me steeds meer af te vragen wat er beter was. Zou het beter zijn als we terug gingen met onze maatschappij, in plaats van steeds maar naar de toekomst te kijken? Het leek dat de mensen hier toch beter de regels volgden dan dat ze in ons land deden. Hier wisten de mensen niet hoe groot de straf was die ze zouden krijgen bij het verbreken van de regels, alleen maar dat er een straf zou komen. Het leek alsof er hier meer orde was dan in onze maatschappij, waar alle regels geschreven waren en door allen herkend waren. Het leek heel onrealistisch dat juist in een land waar niets duidelijk was beschreven, toch meer duidelijkheid en orde was. Was er dan toch nog orde te vinden in chaos?